Jaarverslag Delta Bruinvis 2023

Gedurende het hele jaar worden bruinvissen in de Oosterschelde waargenomen. Delta Bruinvis doet foto-identificatieonderzoek om meer over deze dieren te leren. Het onderzoek is erop gericht om individuele bruinvissen te identificeren met behulp van foto’s en ze later weer te herkennen. Door voldoende herhaalde waarnemingen kan worden bepaald welke bruinvissen langdurig aanwezig zijn, welke erbij zijn gekomen en welke dieren niet meer worden teruggezien. Klik hier voor meer achtergrondinformatie.
In 2023 zijn weer veel gegevens verzameld, waarbij van het voorjaar tot het najaar foto’s werden gemaakt. Deze foto’s zijn uitgezocht en de resultaten van 2023 zijn hier te lezen.

Onderzoeksinspanning

In 2023 heeft Delta Bruinvis van april t/m oktober op 27 dagen foto’s van de bruinvissen in de Oosterschelde kunnen maken. De foto’s werden vooral vanuit een boot gemaakt, waarbij de haven van Zierikzee meestal het startpunt was. Op elk van deze 27 dagen zijn één of meerdere bruinvissen op foto vastgelegd. De locatie van elke waarneming is bijgehouden (figuur 1). In totaal werden ruim 20.000 foto’s gemaakt om bruinvissen te kunnen identificeren. Deze foto’s zijn eerst uitgezocht op bruikbaarheid en vervolgens per individu gesorteerd in de database.

Figuur 1 – Elke blauwe stip geeft een waarneming weer van één of meerdere bruinvissen.

Resultaten

In de periode van april t/m oktober 2023 konden 77 bruinvissen worden geïdentificeerd (grafiek 1). Dit waren 57 individuen die al in eerdere jaren werden waargenomen. Hiervan zijn 52 dieren ook in 2022 gezien en was de vorige waarneming van vijf bruinvissen langer geleden. Van de 77 bruinvissen waren 20 individuen, waaronder vijf pasgeboren kalfjes, nog niet eerder bij Delta Bruinvis bekend.
Meer dan de helft van de 77 individuen werd op meerdere dagen waargenomen. Eén bruinvis werd gedurende het seizoen zelfs tien keer gezien (grafiek 2).

Grafiek 1

Grafiek 2

Naast bovengenoemde 77 bruinvissen werden mogelijk nog vier andere bruinvissen gefotografeerd. Door onvoldoende kwaliteit van de foto’s kon dit niet met zekerheid worden vastgesteld. Daarom zijn deze individuen niet meegenomen in bovenstaande grafieken. Het is mogelijk dat voor deze bruinvissen later alsnog een match kan worden gevonden, wanneer bij nieuwe waarnemingen duidelijkere foto’s worden gemaakt.

Conclusie

In de periode van april t/m oktober 2023 waren er minimaal 77 bruinvissen in de Oosterschelde aanwezig. Veel van deze dieren verblijven langere tijd in de Oosterschelde. Ze zijn tijdens het onderzoek in 2023 waargenomen en ook in eerdere jaren gefotografeerd. Toch zullen niet alle individuen de gehele onderzoeksperiode aanwezig zijn geweest. Individuen kunnen naar de Noordzee zijn vertrokken of daar juist vandaan zijn gekomen. Daarnaast zijn er in deze periode dieren overleden en geboren. Zo werd bruinvis ‘L066R020’ op 26 april levend gezien en op 27 juni dood gevonden. Ook van de vijf in 2023 waargenomen kalfjes is het aannemelijk dat een aantal is overleden. Eén van de kalfjes werd in magere conditie zonder moeder gezien. Van twee andere kalfjes werd in de periode na de waarneming de moeder nogmaals gezien, maar zonder kalf.

Er zullen in 2023 ook enkele bruinvissen in de Oosterschelde aanwezig zijn geweest die niet gefotografeerd zijn. Zo werden in 2022 74 verschillende bruinvissen herkend. In 2023 werden echter vijf bruinvissen gezien die niet in 2022 waren gefotografeerd, maar wél in de jaren daarvoor. Het is dus goed mogelijk dat zij in 2022 ook aanwezig waren. Dit foto-identificatieonderzoek geeft dus niet het exacte aantal bruinvissen in de Oosterschelde. De resultaten uit zowel 2022 als 2023 geven wel een betrouwbaar minimaal aantal.

Bijzonderheden

  • In 2023 werden twee bruinvissen gezien die al zeker sinds 2009 in de Oosterschelde rondzwemmen. Dat is al 14 jaar tussen de eerste en laatste bekende waarneming!
  • In 2023 werden vier bruinvissen gezien die al sinds kleine kalfjes uit 2019 en 2020 bekend zijn.
  • Opmerkelijk was dat één van de voorgenoemde dieren samen met de moeder werd gezien, vier jaar na de geboorte. In de tussenliggende periode zijn beide dieren ook los van elkaar gezien.
  • De magere en mogelijk gewonde bruinvis uit 2022 (zie deze blog) werd gelukkig in 2023 weer gezien.