De bruinvis

In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden zijn bruinvissen geen vissen, maar zoogdieren. Ze behoren tot de walvisachtigen. De gewone bruinvis (Phocoena phocoena) is zelfs de meest talrijke walvisachtige in de Nederlandse wateren.

Taxonomische indeling

Rijk: Animalia (Dieren)
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Cetacea (Walvisachtigen)
Onderorde: Odontoceti (Tandwalvissen)
Familie: Phocoenidae (Bruinvissen)
Geslacht: Phocoena

Uiterlijk

De bruinvis is één van de kleinste soorten walvisachtigen. Vrouwtjes worden zo’n 1,60 meter lang en wegen ongeveer 60 kilo, mannetjes zijn iets kleiner met hun 1,45 meter lengte en 50 kilo. Kalfjes zijn bij de geboorte ongeveer 70 centimeter en 5 kilo. De bovenzijde van hun lichaam is donkergrijs, de zijkanten lichtgrijs en de onderzijde is wit. Bij de ademhaling aan het wateroppervlak zijn meestal alleen de bovenkant van de kop en de rug met driehoekige rugvin zichtbaar.

(foto © A.E. Podt)

Leefwijze

De gewone bruinvis komt alleen voor op het noordelijke halfrond. Ze leven zowel in kustwateren als in open wateren. Naar schatting leven er wereldwijd minimaal 700.000 bruinvissen, waarvan een groot deel in de Noordzee. Bruinvissen leven meestal alleen of in tijdelijk gevormde kleine groepjes. Toch komen soms ook grotere samenscholingen voor. Vrouwtjes-bruinvissen kunnen elk jaar een kalf krijgen. Het geboorteseizoen in Nederland ligt in juni en juli. Na de geboorte blijven moeder en kalf blijven korter dan een jaar samen. Bruinvissen worden gemiddeld zo’n 8-10 jaar oud, maar kunnen ook meer dan 20 jaar oud worden.

Hoewel het grootste deel van hun leven zich onderwater afspeelt, zijn ook aan het wateroppervlakte verschillende typen gedrag waarneembaar. Omdat bruinvissen zoogdieren zijn, moeten ze aan de oppervlakte ademhalen. Dit doen ze meestal in een reeks van vier tot vijf ademhalingen met korte duiken ertussen. Bij kalm water kunnen bruinvissen ook rustend aan het oppervlakte worden gezien. Ze blijven dan rustig dobberen, wat ook wel ‘logging’ genoemd wordt. Wanneer bruinvissen ademhalen terwijl ze op hoge snelheid zwemmen, komen ze hoger uit het water dan bij een reguliere ademhaling. Dit gedrag wordt ‘porpoising’ genoemd. Ook de paring van bruinvissen is ten dele boven de waterlijn te zien. Het mannetje benadert het vrouwtje hierbij vanaf haar linkerzijde. Door de snelheid die hij maakt springt het mannetje hierbij deels uit het water.

Reguliere ademhaling (linksboven), ‘logging’ (rechtsboven), ‘porpoising’ (linksonder), paring (rechtsonder).
(foto’s © A.E. Podt)

Voedsel

Bruinvissen hebben per dag zo’n 10% van hun lichaamsgewicht aan voedsel nodig. Ze eten voornamelijk vis. Het dieet van bruinvissen verschilt wel per leefgebied. In de Oosterschelde eten bruinvissen vooral grondels en kabeljauwachtigen. Ook voeden ze zich met inktvissen.

Vijanden en bedreigingen

In Nederland is de grijze zeehond de natuurlijke vijand van de bruinvis. Vooral jonge bruinvissen lopen het risico om gepakt te worden door een grijze zeehond. Buiten de Nederlandse wateren moeten bruinvissen ook uitkijken voor orka’s en tuimelaars.
Naast de natuurlijke vijanden hebben bruinvissen ook te maken met menselijke invloeden. Denk hierbij aan vervuiling, (geluids)verstoring, bijvangst en overbevissing. In Groenland wordt nog actief op bruinvissen gejaagd voor consumptie.